18-11-2009

Eigenschappen van de Grote Munsterlander


De Grote Münsterländer is een uitstekende “verlorenzoeker” en een uitgesproken “spoorzoeker”. Hij is
enorm intelligent en werkt met een diepe neus. Al deze eigenschappen bezorgden hem een reputatie van “hond na het schot”. Dit zijn altijd specifieke kenmerken geweest voor het ras.


Door jarenlang gericht fokken is het voorstaan vast verankerd in zijn natuurlijke aanleg en kan hij zeker zijn mannetje staan in het veldwerk. Bij het zweetwerk laat hij zien dat hij ook dit best aankan. Bewijs daarvan is het groot aantal Grote Münsterländers dat slaagt in de proeven waarbij kunstmatig bloedsporen worden aangelegd, die pas na 24 of 40 uur worden uitgewerkt.

In het water is de Grote Münsterländer in zijn nopjes. Door zijn beschermende vacht schrikt hij er niet voor terug om zelfs in het koudste water onvermoeibaar de dekking af te speuren, op zoek naar waterwild. Prachtig om zien is hoe sommigen in staat zijn om het zwemspoor van een eend over het water uit te werken.

Deze eigenschappen, gecombineerd met zijn krachtige bouw en zijn groot uithoudingsvermogen, maken van de Grote Münsterländer een veelzijdige jachthond die zijn baas niet zal teleurstellen.

Exterieur.

De standaard verlangt een sierlijke middenslag hond met een schofthoogte van 58 tot 63 cm voor de teven en van 60 tot 65 cm voor de reuen.
Het haar is lang, sluik en licht golvend met een goede ondervacht.
De kleur is wit en zwart in al zijn variaties (vb schimmel). Zo heeft men de zwart-witte zonder schimmel, wit met zwarte platen en schimmel (van helschimmel tot donkerschimmel), wit met zwarte platen en punten of wit met volledige schimmel zonder platen (forelschimmel).
De kop is zwart, eventueel met een bles of een snep, adellijk en gestrekt, met een droge vang, de ogen zijn heel donker, met goed aanliggende oogleden; de goed behaarde oren zijn hoog aangezet; de rug is recht en stevig met licht afvallende kroep. Verder dient hij een brede borst te hebben met voldoende borstdiepte en goed gespierde lendenen; voor– en achterhand moeten de juiste hoeking hebben.
De hoog aangezette staart is bij voorkeur goed bevederd, evenals de achterkant van de voor- en achterbenen. (zie verder uitgebreide rasstandaard http://www.grotemunsterlander.nl/ ) .

Karakter.

De Grote Münsterländer is als huishond zeer aanhankelijk en gehecht aan zijn gezin en kan zijn territorium als de beste verdedigen. Hij is zeker geen allemansvriend, hij is waaks van aard, zonder daarom agressief te zijn. Hij zal altijd zijn roedel beschermen, al zal hij door zijn intelligentie vlug beseffen wie al dan niet kwade bedoelingen heeft.
Daar hij nogal dominant van aard kan zijn zal men bij zijn opvoeding zeer consequent te werk moeten gaan. Met een goed opgevoede kan men naast de jacht ook praktisch alle andere hondensporten beoefenen zoals gehoorzaamheid of agility.

Van nature uit is de Grote Münsterländer een gezonde hond die weinig last heeft van erfelijke ziekten en degeneratieverschijnselen. Mits een goede verzorging en veel beweging zal hij dan ook jarenlang een prettige huisgenoot zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten